Manuelhoeve

Tussenstand lammertijd

De oude schapen hebben bijna allemaal gelamd. De éénjarige ooien zijn iets later gedekt en beginnen nu te lammeren. Tot nu toe gaat het prima. We zitten op een aantal geboren lammeren per ooi van 2,21. Levend over zijn er 2.02 per ooi. De lammeren worden gemakkelijk geboren. Slechts één keer de dierenarts nodig gehad voor een schaap met een niet vorderende ontsluiting. Dit schaap bleek 4 lammeren te hebben. De sterfte is dit jaar wel hoger dan andere jaren. De laatste vijf jaar was het sterftepercentage gemiddeld 4,22%, dit jaar is de sterfte tot nu toe 8 % terwijl de jonge schapen nog moeten komen. Hoe komt dit? De sterfte komt voor een groot gedeelte door de drie vierlingen die geboren zijn. Drie vierlingen zou betekenen dat er twaalf lammeren moeten zijn, maar er zijn er zes van gestorven. Het waren heel lichte zwakke lammetjes. Toch een kwestie van voeding denk ik. Volgend jaar wil ik de schapen in de dracht laten scannen op aantal lammeren in de buik. En dan wil ik met die kennis de schapen in twee of misschien wel drie groepen gaan houden zodat ik ze een rantsoen op maat kan aanbieden. Nu ze zoals dit jaar in één groep lopen krijgen de schapen met 1 lam in de buik een te goed rantsoen en de schapen met 3 lammeren in de buik een te matig rantsoen. Ieder jaar leren we weer.
We hebben twee geiten die ik steeds nog met de hand molk nadat vorig jaar de lammetjes verkocht waren. Een van die twee geiten moet pas in juni weer werpen. Begin maart heb ik twee schaaplammeren in het hok bij de geit gedaan en ze nam ze zo aan. Dus de schaaplammeren drinken nu bij de geit. De geit kan ze net grootbrengen voordat ze zelf weer werpt.
Verder kan ik zeggen dat ik het weer een prachtige lammertijd vindt. ‘t Is wel een beetje koud in de caravan. Ik lig diep onder de dekens met een muts op. Nog veertien dagen ofzo, Dan mag ik weer naast Karin. Zie er al weer naar uit.

H de Boer 0811.1